Skip to main content

logo hetnestkastje liggend witteletters

Schietstraat 16 8900 Dikkebus Mail ons 057 20 30 13

Junior journalist.

Zoals elk jaar hadden we twee werkjes ingediend voor Junior Journalist die in het teken staan van ‘de wereld na 2030’. 

Proficiat aan Kajo Dumortier, 5de leerjaar, met zijn 4de plaats!

De wereld verdwijnt bijna

2030/24/maart, de wereld is veranderd overal zwevende voertuigen en één man heeft alles veranderd, nieuwe technische elektriciteit, alles gebeurde in zijn lab. Hij bracht de dino’s tot leven, maar één ding bleef verslechteren, het klimaat. De zon werd steeds groter en de aarde steeds warmer, hier en daar barstten er vulkanen uit. Ik woonde sinds kort alleen in de buurt van een vulkaan veilig was het niet, maar anders kon ik niet. O, ja bijna vergeten ik heet Kajo en vandaag word ik 20 jaar.

Het jaar 2035!

Er is een ramp gebeurd. Overal zijn er vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. Ik kwam thuis en mijn huis was weg. Het enige dat ik nog zag, was een diepe put met gloeiende dingen. Ik weet niet wat het was maar ik vertrouwde het niet. Op dat moment begonnen die dingen te zweven, ik zag direct wat het waren, het waren ufo’s! Op dat moment rende iedereen weg. De aarde begon te trillen ( je raadt het waarschijnlijk al) de vulkaan barstte uit en de grond viel uiteen. Iedereen rende en niemand lette op de groene wezens met rare geweren die uit de ufo kropen. Maar ik wel! Maar toch moest ik rennen. En toen dacht ik: misschien zijn de aliens vriendelijk. Ik ging op ze af. Toen ze me zagen komen, schoten ze naar mij. Ik sprong vlug achter een grote steen waardoor ik niet werd geraakt, tot mijn verbazing versteende de mevrouw die wel geraakt was. Toen begonnen de aliens overal rond te schieten, waardoor ze niet op mij letten. Ik ging van steen naar steen, tot ik bij de ufo’s kwam. Ik kroop er snel in en probeerde weg te vliegen. Toen zag ik dat het er vanbinnen precies hetzelfde uitzag als een ruimtetuig van Star Wars en ik wist van buiten hoe je dat moet besturen. Ik vloog snel weg, de aliens zagen me en kwamen me achterna met hun ufo’s. Ze schoten naar me , ik drukte op een knopje waardoor er raketten naar de aliens toe vlogen. Twee uitgeschakeld nog twee te gaan, zei ik. Hé, ik ben van Amerika naar België gevlogen in 30 seconden. Dat is raar dacht ik en nog wat, ik ben de aliens kwijt, o nee toch niet! Ik zie ze komen, riep ik! Ik kroop snel in een auto en reed weg naar een bunker die ik zelf had gemaakt. Ik pakte een paar wapens en kroop door een luikje waardoor ik op het dak stond van mijn oud huis. Ik zag dat iedereen gevangen was door de aliens. Ik keek rond of ik niets kon doen. Toen schoot er een alien van achter mij naar me toe, ik werd er niet door geraakt maar ik viel voorover tussen de aliens, het duurde niet lang of ik zat ook in zo’n cel.

Het jaar 2036!

Ik heb lang gezocht naar een uitweg en eindelijk heb ik die gevonden. Onder het toilet is er een redelijke dikke buis waar ik net in pas maar de aliens niet. Ik kroop er in toen de aliens hun middagdutje deden. Ik was nu in het riool. Opeens werd de stroom sterker en ik werd mee getrokken. Ik zag dat ik door een kleine buis de zee werd in getrokken. Ik zwom naar de kust. Toen zag ik dat de bovenlaag van de zee in steen veranderde. Toen ik aan de kust kwam zag ik dat het zand en aarde ook versteende. Ik dacht dat het veilig voor me was tot dat er ook een krab versteende. Ik sprong over het gedeelte waar het zand nog aan het verstenen was en landde op het deel dat al versteend was. Even later zag ik een grote alien, zo’n 50 meter hoog en 10 meter dik. Hij zag me en liep op me af. Toen zakte hij door het versteende wateroppervlak en zijn voet was direct weg! Ik wist dus dat hij niet tegen water kon. Ik had een idee! Op dat moment schoot hij naar me, hij miste maar ik zag dat het niet versteende deel in 2 tellen versteend was. Ik rende weg. Een dag later had ik waterbommen in katapulten gestoken. En een touwtje gespannen. Vanaf dat er iemand overliep, schoten de waterbommen recht op hem af. Even later zorgde ik dat de reuzenalien me volgde. Ik sprong over het touw maar hij niet en de waterbommen vlogen naar hem toe. Eentje landde in zijn mond. Daardoor ontplofte hij. 1 000 000 aliens kwamen op me af maar voor ze konden schieten, vielen ze allemaal neer op de grond. Alles dat versteend was (de hele wereld dus) werd weer normaal en het klimaat was verbeterd. Ik kreeg een ereteken van wereldbeschermer. Na deze gebeurtenis schreef ik deze tekst en flitste die terug met een teletijdmachine naar het jaar 2021 zodat de mensen gewaarschuwd zijn voor de toekomst!

 

Proficiat aan Gust Regheere, 6de leerjaar, met zijn 2de plaats! 

E-WORLD

We zijn nu een week na het einde van de RobotVirusOorlog, de grootste oorlog die er ooit is geweest. Het was niet echt een oorlog, maar eerder één groot virus… Het SurVirus! Alles werd gehackt, 8 jaar lang, alle elektrische apparaten, zoals een GSM, computer, TV, elektrische auto’s, tablet, elektrische fietsen en radio’s.

Op een morgen werd ik wakker. Ik drukte op het kleine blauwe knopje om mijn gordijn op te rollen, maar het werkte niet. Ik probeerde nog eens, maar nog altijd geen reactie. Ik begreep er niets van… Dus veronderstelde ik dat de elektriciteit was uitgevallen. Ik rende van de trap naar de elektriciteitskast, maar vreemd genoeg was alles in orde. Dus ging ik, met mijn lekker gezond ontbijt dat mijn lieve mama had klaargezet, in de zetel zitten om gezellig wat TV te kijken. Tot mijn grote verbazing werkte die ook niet. Ik werd wat ongeduldig. Eerst mijn gordijn en nu de TV. Wat was er toch aan de hand? Ik vroeg aan mama of ze eens naar de elektriciteitskast kon gaan kijken om te zien wat er mis was. Mama was bleek en deed heel vreemd. Plots zei ze: ‘Ga even zitten, lieve jongen, ik moet je iets vertellen.” Ik vond al dat er een rare sfeer in huis hing. “We hebben een ongezien groot probleem in de hele E-WORLD”, zei mama stil. Ze zei dat er een grote oorlog begonnen was, maar geen gewone oorlog. Nu werd ik nog nieuwsgieriger. De RVO, welgekend als de RobotVirusOorlog, was uitgebroken over de hele elektriciteitswereld. Eén groot virus legt de hele elektronische wereld plat, genaamd SurVirus.

Het was het begin van een acht jaar lang leven zonder elektronische apparaten en elektrische auto’s. In het begin was het heel hard aanpassen en heel hard wennen, maar na een jaar werd iedereen het stilletjes aan gewoon en wilde niemand nog een telefoon hebben. Niemand wilde nog terug naar hoe het vroeger was. In de plaats van heel de tijd computerspelletjes te spelen en berichten te zenden, speelde iedereen buiten. En iedereen leerde de natuur waarderen. Er werden mooie boomhutten gemaakt, iedereen hielp elkaar als er iets niet lukte. We maakten nieuwe vrienden, vonden nieuwe spelletjes uit en nieuw speelgoed. Jong en oud aten samen, dronken samen en zaten gezellig rond het haardvuur spannende en leuke verhalen te vertellen.

Nat het zesde jaar werd iedereen het wel een beetje beu. De mensheid wou terug naar de vroegere wereld vol elektrische apparaten. Iedereen maakte ruzie en niemand vond nieuwe spelletjes en speelgoed uit. In de plaats van elkaar te helpen, werden boomhutten in brand gestoken. Er werd niet meer samen gegeten, gedronken en spannende leuke verhalen werden niet meer verteld.

Er was een oude, wijze professor, genaamd Professor Eensteen. De man die voor alles een oplossing had. Hij was de enige die nog een smartphone had die nog werkte. Hij vond een app uit die het SurVirus kon bestrijden en verslaan. En na twee jaar werd het SurVirus uitgeschakeld. Zo had iedereen zijn vroegere leven terug. Iedereen was superblij, maar tijdens die acht jaar hebben we toch geleerd om de natuur te waarderen, dat echte vrienden toch belangrijker zijn dan virtuele vrienden en dat samen zijn veel leuker is dan computerspelletjes spelen.